stank voor dank

29 nov

Via deze weg wil ik graag een groot taboe doorbreken, nl. vrouw zijn én scheten laten in gezelschap. Een vrouw, die een wind laat, dat is… juist…  not done!  Een man, daarentegen, mag overal en ten allen tijden knallen, no problem.  In sommige milieus wordt het zelfs aangemoedigd.  Een dame, die hetzelfde doet, wordt stante pede ontvrouwd en krijgt meteen de stempel van ‘mottige doos’ opgeplakt.  Wat doe je dus om dit te vermijden?… inderdaad…de ergste buikkrampen trotseren.     Brute pech, als je, zoals ik, regelmatig last hebt van flatulentie.  Je probleem publiekelijk uiten als vrouw, zelfs al doe je  het in de vrije natuur, wordt in de huidige maatschappij absoluut niet getolereerd.   Terwijl ik niet eens een petomane ben!  Thuis kan en mag het gelukkig wel. Mama is de beste schetenlater, vinden onze kinderen, zelfs papa kan er niet aan tippen. Niet dat er iets is wat op een nakende scheiding wijst, maar mijn man en ik zullen alleszins nooit voor een scheet uit elkaar gaan.

Onlangs maakte ik weer eens een supergênante situatie mee.  Een goede vriendin had VIP-kaarten voor een theatervoorstelling.  Je kent dat wel, met hapjes en zo, alles erop en eraan. Haar man wou niet mee en ze vond in mij een gewillig slachtoffer. Natuurlijk moesten we goed voor de dag komen, dus hadden we onze meest vrouwelijke outfit  aangetrokken.  Ik ben best tevreden over mijn model, maar voor dergelijke gelegenheden geef ik er toch de voorkeur aan om mijn klein buikje, het gevolg van één gewone bevalling en één keizersnede, te camoufleren.  Leve de figuurcorrigende slipjes, je kent dat wel, zo van die onflatterende onderbroeken, die je buik platdrukken.  Het ziet er fantastisch uit, het eindresultaat natuurlijk, niet het vleeskleurige ondergoed op zich.  Allemaal goed en wel, maar dit in combinatie met hapjes, uit een onvertrouwde keuken, werkt nogal in op mijn darmstelsel.  Het beoogde plattebuikeffect verdween spoedig helemaal door toenemende gasvorming. En penspijn dat ik daarvan kreeg…

Beste bloglezer, ik hoor je al luidop denken: ga dan in de pauze naar het toilet en laat je daar eens goed gaan.  Niet dus!  Een chique theaterzaal, dat wel, maar om de toiletdeuren lang genoeg te maken, is er zelden voldoende budget voorzien.  Te korte deuren, onder- én bovenkant.  M.a.w.  geluids- noch geurdicht. Je kan wel van krommenaas gebaren, eens goed knallen in zo’n kotje,  en dan fluitend en met een, zo onschuldig mogelijke blik, naar buiten  komen…ik garandeer het je, dat werkt niet.  Het taboe is immers zó groot dat je gewoonweg blokkeert als je ten langen leste op die pot bent beland. Je ongemak neemt alleen maar toe.

‘k Hoef niet uit te leggen hoe content ik was dat de avond op z’n einde liep.  ’t Was leuk geweest, maar op het laatst kon ik alleen maar denken aan lucht laten.  Mijn vriendin, die zo haar connecties heeft, werd her en der aangehouden om een babbeltje te slaan en ik stond er groen bij te kijken.  Ik gunde haar dit pleziertje wel, van mij mocht ze nog een uur blijven socializen, als ik ondertussen maar ergens kon gaan ontluchten.  Op een gegeven ogenblik voelde ik me echter zo ellendig dat ik haar toefluisterde dat ik alvast even naar de auto zou gaan.  Omdat ze op de hoogte was van mijn probleem, verzekerde ze me dat ze vlug zou volgen.  Al moest ik nog een uur wachten, ’t kon me niet schelen, als ik me maar even kon alleen kon terugtrekken in een, min of meer, geluidsdichte ruimte.

Op high heels holde ik, weinig lady-like, de grote parking over.  Sleutel met afstandsbediening in de aanslag om zo rap mogelijk mijn auto – ik was Bobbette van dienst – te detecteren.  Op een twintigtal meter zag ik plots de lichten opflakkeren, toch een handige uitvinding, als het donker is.  Nog een laatste spurtje en ik plofte eindelijk neer achter het stuur.  Achteloos gooide ik mijn  handtas op de zetel naast me. Ppppppppppppprrrrrfffffffffffffffffffffffffffffttt.  Een uitgerokken lange wind streek zachtjes langs mijn malse billen, gevolgd door enkele luide en krachtige knallen. Eerst voelde ik een aangename warmte – geen zetelverwarming nodig – en dan pas merkte ik de ontzwelling ter hoogte van mijn buikstreek op. Wat een opluchting! Ik heb daar achteraf zelfs een nieuw woord voor uitgevonden: een uitgasme.  Kan dit, als taboedoorbreker, niet dienen als opvolger van tentsletje?

Ik genoot nog even na, maar kreeg opeens de vreemde gewaarwording dat ik niet alleen was.  Instinctief keek ik in de achteruitkijkspiegel, recht in de ogen van een onbekende man, die me, zachtjes uitgedrukt, nogal verbouwereerd aankeek.  Ongelovig draaide ik mijn hoofd om. “Wat doet u in mijn auto,” stamelde hij.  Ik wou hem  hetzelfde vragen, maar ontdekte terzelfdertijd dat de zetelbekleding een andere kleur had dan die in mijn auto.  Verward draaide ik me om naar het dashbord en kwam tot de afschuwelijke vaststelling dat de man deze vraag  volkomen terecht had gesteld.  Ik bedacht me niet, opende het portier en maakte me zo snel mogelijk uit de voeten.  Toevallig terzelfdertijd kwam mijn vriendin aangewandeld.  “Waar kom jij vandaan?” vroeg ze. “Je auto staat toch dáár.” Ze wees mijn auto aan, die twee voertuigen verder stond geparkeerd.  Zonder iets te zeggen, opende ik vanop afstand de portieren, trok ik aan haar arm en gebaarde ik om zo snel mogelijk in te stappen.  Mijn vriendin volgde gedwee.  Ik kreeg nauwelijks een woord uitgebracht, maar maakte haar niettemin duidelijk dat ik haar thuis alles zou uitleggen.

Gelukkig geraakten we veilig thuis.  Ik parkeerde de auto in de garage.  Reeds in de hal deed ik haar met horten en stoten mijn verhaal.  Met moeite kon ik mijn lachen bedwingen en al spoedig lag ook mijn vriendin in een deuk.  Plots werden we echter opgeschrikt door de deurbel.  “Wie belt er nog aan op dit uur,” flitste door mijn hoofd.  Gewoontegetrouw begluurde ik mijn bezoek door het kijkgaatje in de deur. Tot mijn verbazing zag ik dat hij het was. “Hij is het,” fluisterde ik onduidelijk naar mijn vriendin. “Wat komt…” Ineens merkte ik het kleinood in zijn hand op, mijn handtas. Ik realiseerde me onmiddellijk dat ik deze in zijn auto had laten liggen.  Ondoordacht rukte ik de voordeur open. “Mevrouw,…” begon de eerlijke vinder.  Ik liet hem zijn zin echter niet afmaken. Onbeschoft griste ik de tas  uit zijn handen en kwakte de deur dicht, recht voor zijn neus.  Mijn vriendin en ik rolden letterlijk over de grond van het lachen.

Toen we even later wat bekomen waren, merkte ik op dat dit de beste act was van heel het toneelstuk.  “Ja,” beaamt mijn vriendin “al zal die man er wellicht anders over denken.  Als je op zo’n manier stank voor dank krijgt…”

Dus, beste eerlijke vinder, als je dit toevallig leest: bij deze bied ik je mijn oprechte excuses aan, niet zozeer voor mijn scheten in jouw auto, maar voor mijn ondankbare gedrag. Bovenal echter wil ik je duizendmaal bedanken. Niet zozeer voor het bezorgen van mijn handtas, maar hoofdzakelijk omdat je me niet hebt ontvrouwd, door me, ondanks alles, toch nog met mevrouw aan te spreken.  Je beseft het misschien niet, maar in je eentje heb je een groot taboe doorbroken.  You’re the best!

7 Reacties to “stank voor dank”

  1. zapnimf 30 november 2011 bij 9:03 pm #

    Dit verhaal vertelde ik gisteren op mijn klein verjaardagsfeestje met de vriendinnen en wij lagen werkelijk een kwartier lang plat! Ik ben zo blij dat je het meegenomen hebt.
    Om te gieren.

  2. Menck 30 november 2011 bij 11:08 pm #

    Fantastisch!
    Het deed me meteen denken aan deze:

    • zapnimf 1 december 2011 bij 9:25 pm #

      Hahahahhaa. Ik heb dat al eens gezien, maar ook deze blijft goed.

    • joke 1 december 2011 bij 9:54 pm #

      Da’s van mij gepikt. Waar kan ik klacht indienen?

  3. Evi 18 april 2012 bij 3:36 pm #

    Wat een geweldig verhaal (en zo goed geschreven)! Ik heb hier zitten lachen achter mijn computer, en ik zit dan nog op mijn werk ook… Ik mag daar trouwens mee lachen, want het zou mij kunnen overkomen. Ik heb daar ook gigantisch veel last van, van wind, en om dan in je auto te stappen en zo’n ‘uitgasme” te hebben zoals jij het zo geweldig verwoordt, is idd een zaligheid!

    • Joke 20 april 2012 bij 6:15 pm #

      Dank je wel! Ben je niet teveel teleurgesteld als ik moet bekennen dat niet alles stoelt op mijn persoonlijke ervaring? (Gelukkig voor mij) Dat ik last heb van flatulentie is wel een reëel uitgangspunt (als dat een troost kan zijn).

Trackbacks/Pingbacks

  1. Om alles om jou « De weergaloze fratsen van ene zapnimf - 7 december 2011

    […] een trosje ouwe vriendinnen. Het verdriet verdreef in een mum van tijd. Meer zelfs, ik vertelde hen het dolkomisch verhaal van Joke na en het volgende kwartier zat er niemand meer recht op zijn stoel. Tjonge, dat moet […]

Geef een reactie op Menck Reactie annuleren